Achtkantige gesloten vaas (urn) met afgeschuinde hoeken en voorzien van ornamenten. Het object heeft een bijbehorende sokkel en een pendant aan de andere zijde van het gazon.
De urn heeft van een deksel; de onderzijde van de urn boven de geprofileerde basis stulpt uit, waardoor er ‘buiken’ ontstaan. De vier middenvlakken zijn a-symmetrisch van maat, maar hebben vanuit het middelpunt een symmetrische ornamentiek. De hoeken zijn afgeschuind.
Op de bovenste vier hoeken (uiteinden van de deksel) bevindt zich een slangenkop waarvan de gevorkte staart overgaat in de bloemknop boven op de deksel. Onder en aan weerszijden van de slangenkoppen bevinden zich voluten. De middengedeeltes zijn versierd met een rocaillemotief; de hoeken met een acanthusblad. Op de onderste hoeken van de buik bevindt zich een leeuwenkop met opengesperde bek, in de middenstukken van de buik zijn schelpmotieven aangebracht.
De vaas staat op een bijbehorende balustervormige sokkel. De sokkel is vierkant maar door de afgeschuinde hoeken achtkantig. De vier zijden zijn symmetrisch met een symmetrische ornamentiek. De afgeschuinde hoeken zijn gekapt als ribben, waartussen een acanthusblad.
De sokkel heeft een driedeling: een niet gedecoreerde geprofileerde basis waarop een breed uitlopende balustervorm smal uitloopt. De top is vierkant. De decoratie is symmetrisch maar bestaat uit a symmetrische motieven: rocaillemotieven en acanthusbladeren omgeven door voluten.
Het materiaal is vermoedelijk zandsteen. De vaas en sokkel zijn uit het midden van de 18e eeuw en tussen 1932 en 1962 door A. Staring gekocht bij antiekhandel Nijstad te Lochem.