Daphne & Apollo

Staande Apollo met voortschrijdende Daphne, waarbij haar vingers al uitgroeien naar boomtoppen. Standbeen Daphne (linkerbeen) is het begin van vergroeiing in een boom. Daphne staat met beide armen omhoog in een wanhoopsgebaar.

"Daphne was Apollo's eerste liefde, hem niet bezorgd door 't blinde toeval, maar door boze wraak van Cupido. Apollo immers had hem kort tevoren zijn boog met strakke pees zien spannen, en nog pralend met die Python-moord geroepen: 'Zeg, wat doe je daar, kwajongen? Zo'n vechtersboog! Die past toch beter bij mijn schouders, hier, ik kan er feilloos dier en vijand mee verwonden, feilloos... Ik heb onlangs een giftig slangelijf van meters lang, de Pythondraak, met meer dan duizend pijlen neergeschoten! Pak jij nu braaf je fakkeltje en stook je liefdesvuur waar je maar wilt, maar meng je liever niet in mijn triomfen!' Het Venusjong riep terug: 'U schiet, Apollo, altijd raak, mij best, maar ik raak u, en net zo goed als alle dieren voor goden onderdoen, moet u nu buigen voor mijn macht!' Na deze woorden vloog hij vleugelwiekend door het luchtruim en landde schielijk op de donkere Parnassustop en trok een tweetal pijlen uit zijn koker, elk verschillend van doel: de één dooft liefdesvuur, de ander wekt het op. De pijl die opwekt is van goud en schittert met zijn pijlpunt; de pijl die dooft is nogal stomp, de schacht loopt uit in lood. Die laatste nu schoot Cupido op Daphne af, de eerste beschadigde Apollo's hart, tussen de ribben dringend. Hij is terstond verliefd, zij wil van geen verliefdheid weten. Zij slaat op de vlucht, Apollo achtervolgt haar en als hij haar bijna heeft gevangen, roept ze haar vader om hulp: 'Ach, vader! Help me! Een riviergod heeft toch macht? Bevrijd me van dit lichaam dat me veel te mooi deed zijn!' Haar klacht weerklinkt nog, als een starre stijfheid haar bevangt: haar armen groeien uit tot takken en haar haar tot loof, haar voeten, eerst zo snel, zijn nu verstokt tot trage wortels, haar hoofd wordt kruin." Bron: samenvatting uit Ovidius, vertaling: M. d'Hane-Scheltema (Atheneum-Polak, Amsterdam 1993) 

Amor ligt tussen de benen van Apollo steunend op zijn linkerarm, daarmee houdt hij zijn boog vast. Pijlenkoker ligt eronder. Amor houdt een doek vast, dat achter zijn rug omloopt. Is dat het kledingstuk van Daphne? Gaat ook over in boom in wording. De linkerhand van Apollo grijpt in de takkenbos om het gewicht te dragen? Aan de rechterzijde is Daphne het meest boom geworden.

Het zandstenen beeld is geïnspireerd op de Apollo en Daphne van Bernini. Het toevoegen van de Amor aan dit beeld is beeldhouwtechnisch, in verband met het gat dat ontstaat door spreidstand van de benen van Apollo. De datering is midden 17e eeuw, de mogelijke maker is Jan van Ebbelaer (gestorven 1706).

A. Staring heeft het beeld in 1933 bij Katz te Dieren gekocht voor 600 gulden. Het heeft eerst op Huize de Poll in Voorst gestaan.

Adresgegevens

De Wildenborch
Wildenborchseweg 20
7251 KG Vorden